Ik nam 3 willekeurige vacatures uit ‘Brussel deze week’ en lees bij “logistiek bediende” nauwgezet, grondig, dynamisch, teamplayer en tweetalig; bij de “verantwoordelijke voor een studiedienst” leiden, rapporteren, drietalig, enthousiast en aangenaam in de omgang; bij de “boekhouder” analytische geest en zin voor synthese, drietalig, doorzettingsvermogen en flexibel.
Misschien niet onmiddellijk de meest hype functies, maar laten we realistisch zijn: niet iedereen wordt een boekenschrijvend kinderpsycholoog, ingenieur van grootse projecten of manager van een buitenlandse multinational. Of om het in kindertaal te zeggen: niet iedereen wordt piloot, brandweerman of dokter.
De competenties waarover kinderen moeten beschikken als ze op de arbeidsmarkt komen zijn uitgebreid en heel divers. De ontwikkeling van deze brede waaier aan competenties is een belangrijke opdracht van de school in interactie met de omgeving.
Kinderen leven en bewegen in verschillende werelden: de school, waar ze leren rekenen en schrijfvaardig worden, waar ze moeten samenwerken en afspraken maken, waar ze vrienden vreemde talen horen spreken en andere gewoontes leren kennen; thuis, waar ze ruimte krijgen om te spelen, te communiceren, te oefenen, te ontdekken in hun eigen veilige omgeving, waar ze thuis kunnen komen met hun verhalen, successen en frustraties ; de omgeving, waar ze weer totaal andere talenten kunnen ontdekken of vaardigheden kunnen gaan uitproberen of toepassen.
Binnen deze verschillende contexten krijgen ze tal van kansen om kennis te verwerven en vaardigheden te ontwikkelen.
De ervaringen die ze thuis, in de jeugdbeweging of op straat opdoen, spelen een belangrijke rol binnen het onderwijsleerproces op school. Kinderen participeren immers aan onderwijs vanuit de kennis van de wereld die ze meebrengen. Deze kennis van de wereld krijgt vorm binnen de school, maar ook via de veelheid aan ervaringen buiten de schooluren en schoolmuren. Door deze ervaringskansen uit te breiden en te verrijken worden ontwikkelingskansen verhoogd!
Zo praat een leraar wel eens tijdens WO over kastelen of moeten kinderen voor de vaardigheid spreken wel een eens toneelstukje opvoeren of moeten ze bij schrijven raadsels opstellen. De mate waarin kinderen met deze inhouden al andere ervaringen hebben opgedaan, werkt versterkend voor het onderwijs. De diversiteit binnen de klasgroep kan hier ten volle door de leraar ‘gebruikt’ worden. Omgekeerd, wat kinderen op school leren, moeten ze kunnen toepassen in andere contexten: thuis, in de sportclub, op straat,… Kinderen leren zo nieuwe kennis, nieuwe vaardigheden gebruiken binnen levensechte contexten.
In Brussel moeten we – omwille van de context en de samenstelling van de leerlingenpopulatie – meer dan waar ook investeren in dit brede leren! Leren als een actief, betekenisvol en sociaal proces met doelgerichte verbindingen tussen het binnenschoolse en het buitenschoolse.
Dit blog wordt steeds beter. We blijven het volgen, Piet.
Bedankt, Eddie. Onderwijs on Brussel verdient positieve aandacht !