‘Zenep spreekt slecht Nederlands.’
Is het nu de idee of het idee? Ooit ben ik op het verkeerde spoor gezet en tot op vandaag blijf ik twijfelen. Het is nochtans eenvoudig: gebruik altijd het idee; de idee wordt enkel gebruikt als ‘filosofische term’, ‘algemeen geldende gedachte’…
Sterre Leufkens, Nederlands taalwetenschapper vergeleek in haar onderzoek ‘Transparency in language’ (2015) 22 talen en kwam volgens de media tot volgende conclusie: ‘Onze Nederlandse taal is inefficiënt en omvat tal van grammaticale overbodigheden.’
Dit inzicht leert ons dat de Nederlandse taal verwerven (in ieder geval voor enkele niet betekenisgevende vormaspecten) voor anderstaligen niet evident is…
‘De betekenisverschillen tussen de lidwoorden het en de bijvoorbeeld zijn verwaarloosbaar. Als je voor het vierde levensjaar niet in contact bent gekomen met die verschillen, wordt het zo goed als onmogelijk om het nog perfect onder te knie te krijgen. Daarom zal iemand die in het Turks is opgegroeid zijn hele leven worstelen met de lidwoorden als hij of zij Nederlands praat. Want in het Turks bestaat die grammaticale nuance niet.’, aldus Sterre Leufkens.
Het zou fout zijn om te concluderen dat Nederlands leren voor anderstaligen een onmogelijke opdracht is!
Er is een ‘compenserend middel’ om aan dit probleem tegemoet te komen: krachtig taalvaardigheidsonderwijs… met extra aandacht voor volgende elementen: werken aan motivatie voor het Nederlands; respect en ondersteuning van de thuistaal en talensensibiliserende activiteiten; inzetten op kwaliteit en kwantiteit van het taalaanbod Nederlands; creëren van productiekansen in een veelheid van contexten; impliciete én expliciete feedback binnen de zone van de naaste ontwikkeling;…
En misschien moeten we de anderstalige leerling vooral ook meer als volgt benaderen:
‘Zenep spreekt Turks, een beetje Frans en reeds behoorlijk goed Nederlands.’
Lees hier een samenvatting van het proefschrift van Sterre Leufkens en enkele nuances tav in de pers verschenen artikels.