Over breed leren, brede school én transformationeel samenwerken…
Rijke omgeving
Brusselse kinderen en jongeren groeien op in een samenleving die steeds complexer en diverser wordt. Sociale ongelijkheid, meertaligheid, culturele diversiteit, armoede maken deel uit van hun leefwereld en hebben impact op hun leven. Ze hebben dan ook heel wat competenties nodig om binnen deze complexiteit vorm te geven aan hun leven en omgeving. Het ontwikkelen van deze competenties is niet evident en vraagt een gecoördineerde aanpak op maat, door iedereen die met deze kinderen en jongeren in contact komt.
Niet al onze leerlingen hebben toegang tot een buitenschools aanbod, de nodige hulp of ondersteuning. Niet al onze leerlingen krijgen de kans om van thuis uit de wereld te verkennen. Nochtans biedt een grootstedelijke omgeving heel veel kansen. Een belangrijk kenmerk van een grootstedelijke context is immers de concentratie van een heel divers aanbod vanuit verschillende sectoren met een rechtstreekse of onrechtstreekse link naar educatie: scholen, kinderopvang en buitenschoolse opvang; CLB, ONW en CAW; jeugd-, sport-, culturele en vrijetijdsinitiatieven; brede scholen, buurtgerichte netwerken en Huizen van het Kind; Etnisch-culturele verenigingen en buurtorganisaties; gemeentelijke diensten en OCMW; initiatieven leer- en studiebegeleiding; armoedeverenigingen en opvoedingsondersteunende diensten; gemeenschapscentra en bibliotheken; jongerenwelzijn en jeugdhulp;…
Deze rijke omgeving bestaat uit diverse professionals en vrijwilligers, die elk vanuit een eigen visie, expertise en cultuur met kinderen en jongeren aan de slag gaan. Er moet daarom ook heel veel geïnvesteerd worden in afstemming, afspraken,… om tot een goede samenwerking te komen. Dit is niet eenvoudig.
Bruggen bouwen
Urban education betekent dan ook bruggen bouwen. Stadsleerkrachten moeten investeren in het verbinden van de klas (binnenschoolse) met het breder netwerk rond het kind of de jongere (buitenschoolse) in functie van een brede, integrale ontwikkeling van de superdiverse leerlingenpopulatie. Breed leren (actief, sociaal en betekenisvol) is in een grootstedelijke context noodzakelijk om in te kunnen spelen op de grote verschillen tussen leerlingen en de kloof tussen de leefwereld van superdiverse leerlingen en onderwijs te overbruggen.
Brede Scholen, buurtgerichte netwerken, educare-initiatieven, tienerscholen,… zijn voorbeelden van hoe die rijke omgeving kan samengebracht worden en breed leren gefaciliteerd kan worden.
Kinderen en jongeren centraal
Maar het kan nog verder gaan! Transformationele samenwerking (Fukkinck, 2016) is de sterkst uitgebouwde vorm van samenwerking zowel op het vlak van intensiteit als sturing. Het gaat niet meer om goed samenwerken vanuit een gedeelde missie, maar bij dit soort samenwerking wordt een gezamenlijk aanbod ontwikkeld vanuit een gezamenlijke doelgerichtheid, waarbij het kind of de jongere het enige uitgangspunt vormt. Het Kindcentrum ‘De Tandem’ in Brugge is een voorbeeld van zo’n samenwerkingsmodel (zie artikel in Klasse):
- leren, zorg, opvoeding, ontwikkeling, opvang en ontspanning vormen één geheel en vloeien in elkaar over;
- kinderen kunnen er leren en spelen, binnen en buiten de schooltijd, en krijgen kansen om hun talenten te ontdekken en breed te ontwikkelen;
- begeleiders (leerkrachten, kinderverzorgsters, zorgleerkrachten, opvoeders, vrijwilligers,…) vormen één team;
- er wordt gewerkt vanuit een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 tot 12 jaar, vanuit een door iedereen gedeelde visie.
Ook in Brussel zien we een aantal scholen en brede scholen op zoek gaan naar zo’n tranformationele samenwerking.
Kortom, van stadsleerkrachten kunnen we verwachten dat ze actief inzetten op breed leren. De leeromgeving wordt écht krachtig als dit kan gebeuren vanuit een structurele en systematische samenwerking met andere partners en sectoren. Als er ingezet wordt op breed leren vanuit een gezamenlijke doelgerichtheid met verschillende sectoren, dan hebben we de utopie bereikt!
Dit stukje maakt deel uit van een reeks berichten over “urban education”:
- De grootstedelijke context
- Superdiversiteit in de klas en differentiëren
- Verbinding maken met ketten
- Partnerschap met ouders
- Samenwerking met de omgeving
- Omgaan met meertaligheid in de superdiverse klas
- Omgaan met armoede in de superdiverse klas
Een overzicht van de literatuur waarop deze blogberichten gebaseerd zijn, vind je onderaan Onderwijs in Brussel is… urban education, de grootstedelijke context (1). Specifiek voor dit bericht maakte ik ook nog gebruik van:
- Lindeman H. en van Woudenberg H. (2011). Verbinden van buitenschools leren met binnenschools leren. APS, Utrecht
- Fukkink R., Oostdam R. (red.) (2016). Onderwijs en opvoeding in een stedelijke context. Bussum: uitgeverij Coutinho
- Valkestijn M., Bakker P., van Westering Y. (2010). Van brede school tot integraal kindcentrum? SWP, Amsterdam

9 gedachten over “Onderwijs in Brussel is… urban education, samenwerking met de omgeving (5)”